Recepten

1. Snijd de 125 gram boter in kleine stukkies en gooi ze in de beslagkom. 

2. Kwak de zeef op de beslagkom en gooi de 250 gram bloem, snufje zout, 75 gram witte basterdsuiker en het zakje vanillesuiker in de zeef. Lekker schudden met dat zeefie tot alles gezeefd en wel in de kom ligt. 

3. Haal de zeef van de kom af en gooi het eitje erbij. 

4. Spoel je vieze rattenhandjes nog even af en dan is het tijd om te kneden! Kneed snel en goed tot alles lekker in elkaar zit en je een grote bal van koekdeeg hebt. Mocht het je niet lukken om 1 bal te maken kun je er ook 2 van maken maar dan zou ik je uitlachen dus waarom zou je dat doen? Precies, slaat nergens op, gewoon 1 grote bonk koekdeeg kneden.

5. Wikkel je mooie bonk koekdeeg in huishoudfolie en leg hem 1 uur in de koelkast. Nu heb je een uur om wél iets nuttigs te doen met je leven. 

6. Na een uur is het tijd om je bonk deeg uit de koelkast te halen en je tafel of keuken vol te gooien met bloem. De kans is groot dat je deeg aan de tafel of het keukenblad gaat vastplakken. Bloem op de tafel of keukenblad strooien is hier een goede oplossing voor, gebruik het liefst zo min mogelijk gezien je de smaak verneukt met teveel bloem. Je deegroller insmeren met wat bloem is ook een aanrader.

7. Zet je oven alvast op 175 graden dat scheelt wachten.

8. Rol het deeg tot een dikte van ongeveer 5mm, dikker of dunner maakt niet heel veel uit maar hou het consistent anders krijg je na het bakken een bakplaat die multicultureler is dan Amsterdam, Rotterdam en Den Haag samen. Gebruik je koekvormpjes om leuke vormpjes te krijgen en leg ze op het bakpapier van de bakplaat.  

9. Laat de koekjes ongeveer 10 minuten in de oven, mochten ze nog wat witjes lijken, doe ze er nog een paar minuten extra in. Als ze lichtbruin zijn mogen ze uit de oven. 

10. Laat de koekjes nog even afkoelen en eet smakelijk.